Je vierkante meter tuintjes zijn nu volop in groei. Oogst en geniet van al het lekkers. Vul dfe lege veldjes ineens met een volgende groente of kruid. Denk ‘vakantie’ en geef ook zuiderse tomaatjes en basilicum, maar ook pepertjes en paprika’s een plek.
Oogsten maar !
Laat je radijsjes, rode bietjes, kropsla en wat dan ook niet groter worden dan nodig. Veel groenten verliezen daardoor zelfs aan smaak of worden minde knapperig. Dat gaat zeker ook op voor de sluimererwten. Je oogst de peultjes terwijl ze nog helemaal plat zijn. Er hoeven absoluut geen erwtjes in te zitten. De lekker zoete smaak zit in de peulen zelf. Bij tuinbonen moet je wel degelijk bonen in de peul zien of voelen. Maar ook hier oogst je liefst jong. De zaadhuid is dan nog mals en kan je zo mee opeten -zelfs rauw. Eens ouder is ze taai. Echte chefs koken daarom eerst en pellen dan -boon voor boon- de zaadhuid er van af.
Denk tomaat, peper en paprika
In een verhoogd vierkante meter tuintje is de grond altijd wat warmer (en droger) dan in de tuin. Tomaten, pepers en paprika’s hebben het er daardoor meer naar hun zin. Je hebt wel een eerder beperkte oppervlakte. Kies daarom voor minitomaatjes / kerstomaatjes, lage maar daarom niet minder scherpe rode pepers en minipaprika’s. Niet alleen de planten blijven kleiner, ook de vruchten zijn miniatuurtjes van hun grote soortgenoten. Dat compenseren ze echter door heel wat meer vruchten te groeien, die bovendien eens zo snel rijpen.
Basilicum en koriander
Naast tijm, marjolein en munt zijn basilicum en koriander heuse hebbedingen. De eerste hebben een vaste plek in je vierkantemetertuintjes. Basilicum en koriander zaai je steeds opnieuw, eventueel in zelfs een ander veldje.
Basilicum staat graag beschermd tegen sterke zon, maar ook weer niet in volle schaduw. Koriander is minder moeilijk en doet het zowat overal goed. Van basilicum pluk je wanneer maar nodig het stengeltjes en blaadjes af. Koriander zet je kaal bij het oogsten. Zaai dus om de twee weken een nieuw veldje. Komt basilicum en koriander in bloei, geen probleem. De basilicumbloempjes zijn even zuiders van smaak als de blaadjes. Bij koriander zorgen ze voor zaadjes die je ook als smaakmaker gebruikt.
Groenten voor later
– Snijbiet of warmoes: zaai op rijtjes en dun de komende weken uit tot de plantjes ongeveer 10 cm van elkaar staan of vijf kloeke planten een veldje vullen. De plantje die je uitrekt smaken heerlijk in sla. De planten die doorgroeien gaan voor mooie, vaak zelfs mooi gekleurde stengels die je tot aan de eerste vrieskou kunt oogsten.
– Herfstprei: op plantenmarkten verkopen ze prei plantjes in busseltjes van 50 stuks. Voor één veldje heb je er maar vijf nodig. Spreek dus af met een andere tuinliefhebber. Plant de prei in een ongeveer 20 cm diep gaatje en vul dat slechts voor de helft met aarde, geef water. Na een week vuil je met enkele extra centimeters en zo enkele keren na elkaar. Na twee maanden mag je zelfs wat aarde tegen de stengel omhoogschuiven. Je oogst daarmee een nog langere witte schacht. Winterprei kan tot in het voorjaar doorgroeien.
– Spinazie: Is een heerlijke, snelle groeier. Zaai of plant geen spinazie om te stoven als groenteschotel. Voor een gezin van vier personen heb je daarvoor een oppervlakte nodig van drie, soms zelfs vier vierkantemeter veldjes. Hou het dus liever op smaakmaker in pasta of sla.
– Veldsla: zaai veldsla niet op rijtjes, maar vul er een volledig veldje mee. Daarmee fungeert het ineens als bodembedekker en beschermt het de grond tegen regen en wind. Je kan ook starten met kant-en-klare plantjes. Zet dan negen stuks in één veldje. Om te oogsten knip je blaadjes af zonder het hart van de plant te beschadigen. Op die manier kan je nog een tweede keer oogsten.