Enige geliefde kruid- en struikachtige zomerbloeiers, die weliswaar meerjarig maar niet winterhard zijn en ieder jaar bij voorkeur toegepast worden om bakken, potten en perken te beplanten, moeten nu tegen grond- en nachtvorst beschermd worden.
Belangrijke vertegenwoordigers van deze groep zijn geraniums (Pelargonium), fuchsia’s, heestermargriet, Lantana, … enz.Jonge plantjes uit stekken mogen op zijn laatst eind oktober in een kamer zetten, licht, matig warm en vochtig om ze nog te laten groeien. In november en december worden ze bij 6/10°C licht en matig vochtig gehouden opdat ze niet verder groeien of hun blad verliezen. Stekken van vlijtig liesjes en zonnewende houden wel meer van warmte. Wie voldoende jonge plantjes heeft, behoeft de oudere niet te laten overwinteren.
Oudere planten worden zolang mogelijk buiten gelaten, daar ze buiten vaak beter staan dan in de overwinteringsruimte. Men moet echter voor nachten met vorst materiaal ter bescherming gereed hebben of de planten in een vorstvrije ruimte zetten. Voor het uiteindelijke verplaatsen naar de overwinteringsruimte worden bloemstengels en stengels met knoppen verwijderd. De planten blijven in hun containers of worden in kuipen dicht tegen elkaar aan gezet. Totdat ze hun blad verliezen (in december), behoeft men geen water te geven, mits de ruimte koel is.