Nu is de tijd van de felle herfstkleuren in de tuin over het algemeen voorbij. De weinige late bloeiers hebben nu meestal een blekere kleur. Het zijn de groenblijvende planten die met hun verschillende groene, blauwe of gele tinten nu vooral effect maken.
In de bloemperken wordt steeds weer voor orde gezorgd. De vaste planten worden bijgewerkt, uitgebloeide bloemen afgesneden, verdroogde en verwelkte stengels worden gedeeltelijk afgesneden. Bij vaste planten met groenblijvende uitlopers, zoals bij herfstasters, margrieten en dergelijke, moeten de oude plantedelen als winterbescherming blijven staan. Ook andere late bloeiers, zoals anemonen en grassen, worden door de winter niet teruggesnoeid. Hun elegante halmen hebben ook droog een mooi effect. Afgevallen bladeren kunnen op de grond tussen vaste planten blijven liggen. Alleen de enkele, lage, laatbloeiende planten mogen er niet door bedekt worden. Enkele verwaaide bladeren onderstrepen de novembersfeer.
Tussen oudere vaste planten wordt de grond heel oppervlakkig losgemaakt, om wortels en bloembollen niet te beschadigen. Op humusarme grond is het aan te bevelen hierbij gelijktijdig humus in te werken. Anders brengt men een 3-5 cm dikke laag verse compost of tuinturf aan, opdat de vorst niet zo diep in de grond kan dringen.
Uitgebloeide, eenjarige planten worden in kleine stukjes gehakt, ondergespit of gecomposteerd samen met grasmaaisel en afgevallen blad. Kalkstikstof bevordert het afbraakproces.Open plekken moeten verbeterd en beplant worden, bij voorbeeld met viooltjes, duizendschoon en andere tweejarige planten. Voor hyacinten, tulpen, narcissen en lelies is het laatste planttijdstip gekomen. Ook andere in de zomer bloeiende soorten, waartoe decoratieve planten zoals Allium en Ixia behoren, zijn nog de moeite waard om te planten.
De randen van heestersgroepen worden zo mogelijk van afgevallen bladeren vrijgehouden, als er hier geen bolgewassen bescherming nodig hebben. Tussen de groepen heesters kunnen afgevallen bladeren wel blijven liggen. Om het wegwaaien tegen te gaan, wordt een beetje tuingrond of verse compost eroverheen gestrooid.