Het regenweer speelt parten voor een snelle start van de moestuin. Verhoogde bedden bewijzen hun nut, net als voorkweken in potjes of serre.
Niet te vlug beginnen.
Het regenwater staat de moestuin tot aan de lippen. Spitten of omwoelen van de grond is onmogelijk. Geef de tuin de kans het teveel aan regenwater weg te werken. Plan eventueel om de volgende maanden een extra drainering door het boren van ongeveer 60 cm diepe gaten die je tot 20 cm onder grondniveau vult met scherp zand.
Noodtuin voor radijzen
Normaal hebben radijsjes maar één week nodig om van zaad in kiemplant te veranderen. Nog eens vijf weken later kan je oogsten. Maak gebruik van die groeisnelheid om steeds een voorraadje, jonge en dus knapperig radijsjes oogstklaar te hebben. Zaai nooit meterslang, maar wel om de veertien dagen vijftig centimeter radijs.
Om de tijd te overbruggen totdat in de tuin kan gezaaid worden, kan je radijsjes zaaien in een bloempot met doormeter 15 cm of meer. De pot mag gewoon buiten, op een zonnig plekje. Zelfs op de tuintafel. Geef twee keer per week water.
Snelle tuinbonen en erwten.
Tuinbonen en erwten mochten in regel al de grond in. Win verloren groeitijd en zaai ze binnenshuis of in een warme serre. Vul potjes met zaai- en stekgrond en duw in elk potje twee tot drie zaden. Geef een weinig water en zet ze daar waar je ze hebben wil; maar vooral warm en ook licht.
Op vloerverwarming van de woning duurt het amper drie dagen voor de zaden kiemen. Eens de plantjes ongeveer 5 cm hoog, verhuis je ze naar een koele plek. Geef slechts enkele druppels extra water. Eens 10 tot 15 cm groot mogen ze in tuin of bak geplant.
Zaad en plantgoed in aanslag
Hoe je klaar om zo snel als de tuingrond voldoende droog en warm is snijsla, slamengelingen, raapsteeltjes, tuinwortelen en pastinaak, doperwt, peulerwten en tuinbonen in tuin of bak te zaaien. Ook ui en sjalot kunnen dan de grond in, net als vroege bloemkool en kropsla.
Aardappelen vragen ‘wachttermijn’.
Koop dringend ‘plantaardappelen’. Kies bewust het soort aardappel dat je zelf het liefst eet. Voor mij zijn dat primeuraardappelen en echte smaakaardappelen als Ratte. Leg de pootaardappelen mooi naast elkaar in een ondiep bakje of eventueel een eierdoosje. Zet dat op een koele en lichte plek. Na ongeveer twee tot drie weken pronken compacte scheuten op elke aardappel. Vanaf einde maart mogen de vroege en halfvroege rassen geplant, ongeveer 10 cm diep en op een afstand van ongeveer 45 cm van elkaar. Voor halflate en late rassen is het wachten tot begin april.
Opschikbeurt voor aardbeien
Knip alle afgestorven bladeren van de aardbeiplanten zodat nieuw blad alle ruimte heeft en kan zorgen voor energie. Verwijder ook alle nog aanwezige uitlopers. Forceer desgewenst snel in groei komen en dus ook een vroege oogst door over het aardbeiveldje een vliesdoek te draperen of een heus miniserretje te bouwen.
Warm bedje voor aspergeplanten
Maak het aspergebed vrij van alle onkruid en laat het volop genieten van de voorjaarszon. Pas als de eerste stengels boven de grond priemen is het tijd om de aarde op te hogen tot een rug van ongeveer 40cm hoog.